Achtergrondkennis: hoe circulair is circulair?

In Werkspoorkwartier wordt ingezet op het thema ‘creatief en circulair maakgebied’. Maar wat is nou precies circulair? Is direct hergebruik van bouwmaterialen beter dan het omzetten van reststromen in nieuwe producten?

In het kader van het EFRO-project Werkspoorkwartier werkt Universiteit Utrecht aan methodes om circulariteit te meten, op gebouwniveau en op gebiedsniveau. Daarnaast kan er op productniveau gebruik worden gemaakt van de circulariteitsladder. Deze ladder, ook wel de R-9 strategie genoemd, omvat tien treden van circulariteit: Refuse-Rethink-Reduce-Reuse-Repair-Refurbish-Remanufacture-Repurpose-Recycle-Recover Energy, in afnemende volgorde van wenselijkheid. Dit is een model waaraan verschillende vormen van circulair ontwerp en gebruik van producten en materialen kunnen worden getoetst.

 

Circulariteitsladder circulaire economie PBL

 

De circulariteitsladder wordt overzichtelijk uitgelegd in deze infographic van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL). Een uitgebreide toelichting op de ladder is te vinden in de publicatie ‘Circulaire economie: wat we willen weten en kunnen meten – Systeem en nulmeting voor monitoring van de voortgang van de circulaire economie in Nederland’:

“Als vuistregel zijn bij circulariteitsstrategieën die hoger op de ladder staan, minder materialen nodig die bovendien vaker bestaan uit gerecycled (secundair) materiaal.

Hierdoor hoeven dan minder grondstoffen te worden gewonnen om nieuwe (primaire) materialen te produceren. Zo wordt ook de milieudruk van de grondstoffenwinning en productie van primaire materialen voorkomen.”

 

> Meer lezen over het PBL-rapport ‘Circulaire Economie: Wat willen we weten en wat kunnen we meten’